De koning van het onschuldige landschap, Anselm Kiefer, valt nog steeds op.

Met de tentoonstelling ‘Sag mir wo die Blumen sind’ van de Duitse beeldend kunstenaar Anselm Kiefer werken het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum in Amsterdam voor het eerst samen. In het Van Gogh Museum staat Van Gogh als inspiratiebron centraal, in het Stedelijk Museum Kiefers band met Nederland. Ook het Van GoghHuis in Zundert schenkt aandacht aan Kiefer vanwege zijn fascinatie voor Van Gogh.

door Irma van Bommel

Op de dag dat Anselm Kiefer (Donaueschingen 1945) tachtig werd, zaterdag 8 maart 2025, ging de tentoonstelling ‘Sag mir wo die Blumen sind’ open voor publiek. Imposant, is het eerste wat in je opkomt bij het betreden van de zalen met werken van Kiefer. Immens grote werken, in het Van Gogh Museum de korenvelden met kraaien en de zonnebloemen, duidelijk geïnspireerd op het werk van Van Gogh. In Het Stedelijk Museum het vroege werk van Kiefer, aangekocht in de jaren tachtig. En natuurlijk het recente, speciaal voor het trappenhuis in het Stedelijk gemaakte ‘Sag mir wo die Blumen sind’, waaraan de tentoonstelling haar naam dankt. Die titel is een verwijzing naar het anti-oorlogslied ‘Where Have All the Flowers Gone’ uit 1955 van de Amerikaanse folkzanger en activist Pete Seeger. Het lied werd vooral bekend door een vertolking door Marlene Dietrich in 1962.

Anselm Kiefer, Sag mir wo die Blumen sind (2025, detail). Speciaal gemaakt voor de omloop van de trap op de eerste verdieping van het Stedelijk Museum Amsterdam. Foto > Atelier Anselm Kiefer

Met een tentje en al liftend

De fascinatie voor Van Gogh begon bij Anselm Kiefer al vroeg. Als achttienjarige schreef hij zich in voor een reisbeurs voor scholieren. Met zijn voorstel om in de voetsporen van Vincent van Gogh te treden en de route van de kunstenaar te volgen van Nederland tot Zuid-Frankrijk maakte hij aanspraak op die beurs. Met een tentje en al liftend bezocht hij in 1963 eerst Zundert, daarna Amsterdam en via Parijs, Auvers-sur-Oise reisde hij naar Saint-Rémy-de-Provence en Arles. Voorwaarde voor het ontvangen van de reisbeurs was het inleveren van een reisverslag. Met een uitgebreid verslag en een stapel tekeningen won hij de eerste prijs van het fonds. Zowel het Van Gogh Museum als het Van GoghHuis in Zundert besteden aandacht aan deze bijzondere reis.

Tekening (1963) van Anselm Kiefer in de stijl van Van Gogh. Collectie van de kunstenaar. Te zien in het Van Gogh Museum.

Toch was Kiefer als achttienjarige niet zozeer geïnteresseerd in de expressie van het werk van Van Gogh of in het persoonlijk leed van de kunstenaar. Het ging hem meer om de compositie en de vlakverdeling. Wel hoopte hij in Zundert boeren te kunnen portretteren die leken op de aardappeleters van Van Gogh. Maar dat viel een beetje tegen. Net als bij Van Gogh kwamen de boeren op hun zondags gekleed voor hem poseren. Die belangstelling voor expressie kwam later.

Anselm Kiefer, Frau Mutsters, tekening 1963. Atelier Anselm Kiefer. Te zien in Van GoghHuis in Zundert

Een loodzware installatie

Na de Van Gogh-reis besloot Kiefer rechten te gaan studeren, maar na een jaar meldde hij zich alsnog aan bij de kunstacademie. Eerst in Freiburg en om zijn opleiding te vervolgen aan de kunstacademie van Karlsruhe waar hij Joseph Beuys als mentor trof. Het verbaasde hem dat de Tweede Wereldoorlog in Duitsland werd doodgezwegen. Op school had hij wel kennis gemaakt met de poëzie van Paul Celan (1920-1970), een in Roemenië geboren, Duitstalige jood die in de oorlog dwangarbeid had verricht in een gevangenenkamp. Celans gedichten naar aanleiding van de holocaust maakten diepe indruk op Kiefer. In zijn academietijd maakte Kiefer om te provoceren de fotoreeks ‘Besetzungen’ waarbij hij zichzelf portretteerde, gekleed in het Wehrmacht uniform van zijn vader en in verschillende steden in Europa de Hitler-groet brengend.

Fotografie maakte de eerste jaren deel uit van zijn werk, foto’s waar hij vaak ook overheen schilderde. In het Stedelijk is een installatie ingericht met zwart-wit contactafdrukken geplakt op loodstrips. Hoewel het letterlijk een loodzware installatie betreft, zijn er zo gauw geen beladen foto’s in terug te vinden.

Anselm Kiefer, Steigend, steigend, sinke nieder, 2024. Met dank aan de kunstenaar & White Cube. Te zien in het Stedelijk Museum. Foto > Michael Floor

Al snel ging Kiefer zich in zijn academiejaren toeleggen op het schilderen van ruimten en vooral ook landschappen, altijd met een beladen sfeer. ‘Er bestaan geen onschuldige landschappen’, lezen we in de catalogus bij de tentoonstelling. Landschappen zijn volgens Kiefer altijd beladen met geschiedenis. In zijn schilderijen verwerkt hij dan ook symbolen en verwijzingen naar poëzie, mythologie en literatuur.

Anselm Kiefer, Innenraum (1981). Collectie > Stedelijk Museum Amsterdam

De cyclus van het leven

Om zijn werk een krachtige uitstraling te geven, verwerkt hij zand, stro, verbrand hout en vooral lood. Dat maakt zijn werk letterlijk en figuurlijk groot, imposant, zwaar en beladen. Recent verwerkt hij ook bladgoud in zijn schilderijen, om het contrast tussen de warme gloed en het schuldige landschap te vergroten. Kiefer ziet geen vooruitgang in de mensheid – oorlogen en geweld zijn immers van alle tijden. Dat maakt zijn werk ook nu weer relevant. Oorlogen zijn altijd het resultaat van ego’s, van mannen met expansiedrift.

Anselm Kiefer, O Halme der Nacht (Oh, halmen van de nacht), 2019-2021, Collectie van de kunstenaar, courtesy White Cube. Te zien in het Van Gogh Museum.

Eén groot werk van Kiefer in het Van Goghmuseum is een uitzondering, ‘Sol Invictus’ (Onoverwinnelijke zon, 1995). Onder een grote zonnebloem, symbool van vergankelijkheid maar ook van de cyclus van het leven, zien we een man liggen. Hij lijkt haast te zweven. Het is de kunstenaar in de yogahouding ‘savasana’ (lijkhouding), een houding waarbij de ziel één wordt met de natuur. Moest dit werk zo groot gemaakt? Eigenlijk niet, maar ook weer wel, om een tegenwicht te bieden aan al die grote, beladen landschappen. Want misschien ligt hierin wel onze redding: onze nederigheid tonen voor het mysterie van de natuur en open staan voor introspectie en zelfreflectie.

Anselm Kiefer, Die Krähen (De kraaien), 2019. Collectie van de kunstenaar. Te zien in het Van Gogh Museum. Fotograaf > Georges Poncet
Vincent van Gogh, Korenveld met kraaien (1890), Van Gogh Museum.

In diezelfde zaal hangen ook de schilderijen van Van Gogh waar Kiefer zich door heeft laten inspireren. Gelukkig hangen ze niet naast zijn werken, maar er tegenover, want de relatief kleine werken van Van Gogh delven hier wel het onderspit tegenover het geweld van Kiefer.

Een sterke band met Nederland

Tijdens de persvoorbezichtiging benadrukten de directeuren van beide musea, Emilie Gordenker van het Van Gogh Museum en Rein Wolfs van het Stedelijk Museum, de band van de musea met Kiefer. Gordenker benoemde uiteraard Kiefers fascinatie voor Van Gogh. Wolfs herinnerde de sterke band van Kiefer met Nederland en de vroege aankopen door het Stedelijk in de jaren tachtig als belangrijk voor zijn loopbaan. Dat is natuurlijk zo, maar in de catalogus en ook op internet vinden we een genuanceerder verhaal.

Het was Rudi Fuchs die als directeur van het Eindhovense Van Abbemuseum in 1978 Kiefer in zijn atelier opzocht en werken van hem aankocht, waaronder het indrukwekkende ‘Varus’ uit 1976. De eerste museale tentoonstelling in Nederland was in 1979 in het Van Abbemuseum. En het was Rudi Fuchs die in 1982 Dokumenta 7 in Kassel organiseerde, wat voor Kiefer een doorbraak betekende. Ook Museum Boijmans van Beuningen kocht eerder werken aan van Kiefer dan het Stedelijk.

Anselm Kiefer, Sag mir wo die Blumen sind, 2025. Speciaal gemaakt voor de omloop van de trap op de eerste verdieping van het Stedelijk Museum Amsterdam. Foto > Peter Tijhuis

Tijdens de persbijeenkomst vroeg conservator Leontine Coelewij van het Stedelijk bij de installatie ‘Sag mir wo die Blumen sind’ in het trappenhuis: “Mister Kiefer, would you like to tell something about your work?” Waarop Kiefer reageerde met: “I paint”. En zo is het. Hij heeft in de loop van de jaren genoeg gezegd en geschreven en daarvan is veel terug te vinden in de tentoonstelling, in de catalogus en in diverse films die in het Stedelijk worden vertoond. Het is nu aan de bezoeker om te komen kijken, te ervaren en te ondergaan.

“Mister Kiefer, would you like to tell something about your work?” “I paint”. Foto > Summer Taylor

‘Anselm Kiefer. Sag mir wo die Blumen sind’, tot en met 9 juni 2025 in het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum, beide in Amsterdam. Toegang met één ticket.

De gelijknamige catalogus bevat naast een voorwoord drie essays van Anselm Kiefer, Simon Schama en Antje von Graevenitz. Uitgegeven door het Van Gogh Museum & Stedelijk Museum Amsterdam, 200 pp., ISBN 9789490880491, hb., € 34,95.

Anselm Kiefer, ‘Sonnenblumen’ (2023). Atelier Anselm Kiefer. Te zien in het Van GoghHuis in Zundert.

Plaats een reactie