Vincent van Gogh collecties zijn er in verschillende maten, de twee grootste verzamelingen bevinden zich in het Vincent van Gogh Museum en Kröller-Müller.
Groot oeuvre
Vincent van Gogh produceerde tijdens zijn leven een groot oeuvre waarvan hij maar een schilderij wist te verkopen. Na zijn dood kreeg zijn broer Theo al zijn werken en het grootste gedeelte van de verzameling zou in bezit van de familie Van Gogh blijven. Toen de Nederlandse Staat de collectie overnam kreeg het een unieke verzameling schilderijen, tekeningen en brieven in handen. Deze collectie zou de basis vormen voor het Van Gogh Museum in Amsterdam. Doordat Van Gogh na zijn dood eindelijk werd erkend als groot kunstenaar konden enkele schilderijen verkocht worden. Hierdoor zijn er in de loop der tijd verschillende Van Gogh collecties ontstaan.
Van Gogh Museum
De grootste collectie werken van Van Gogh bevinden zich in het Van Gogh Museum. De 210 schilderijen geven een mooi overzicht van de carrière van de schilder. Zijn activiteiten in Nuenen, Antwerpen, Parijs, Arles, Saint-Rémy en Auvers-sur-Oise zijn allemaal vertegenwoordigd. Beroemde werken in de collectie zijn Amandelbloesem (1890), De aardappeleters (1885), Het gele huis (1888) en Zelfportret als schilder (1888). Het museum beschikt daarnaast over meer dan 500 tekeningen, een aantal schetsen en brieven.
Kröller-Müller Museum
Het Kröller-Müller Museum in Nationaal Park De Hoge Veluwe wordt wel eens het tweede huis van Van Gogh genoemd. Met 91 schilderijen en meer dan 180 tekeningen beschikt het museum over de een na grootste Van Gogh collectie ter wereld. Deze wordt gepresenteerd in de speciaal ingerichte Van Gogh Galerij. Het museum is vernoemd naar Helene Kröller-Müller die tijdens haar leven een indrukwekkende verzameling moderne kunst bij een bracht. Het museum dat de collectie huist werd in 1938 geopend. Helene Kröller-Müller was aan het begin van de twintigste eeuw een van de eerste kunstliefhebbers die het genie van Van Gogh herkende. Het Kröller-Müller beschikt onder andere over een tweede versie van De aardappeleters (1885), een portret van Joseph Roulin (1889), Weg met cipres en ster (1890) en Berglandschap met opkomende zon (1889).
Overige collecties
De overige schilderijen zijn verspreid over een aantal musea of privé-eigenaren. In Nederland beschikken ook het Rijksmuseum, Stedelijk Museum, Gemeentemuseum Den Haag, Museum Boijmans Van Beuningen en Groninger Museum over kleine Van Gogh collecties. In buitenland is het Louvre in Parijs het museum met de grootste Van Gogh collectie, al bestaat deze maar uit vier schilderijen waaronder een zelfportret uit 1889.