Vincent van Goghs schildertechniek is zeer karakteristiek waarbij verschillende inspiratiebronnen en materialen zijn manier van schilderen beïnvloedden.
Nieuwe olieverf
Vincent van Gogh schilderde op een moment dat olieverf een belangrijke verandering doormaakte. Schilders die olieverf gebruikten deden dit tot de 19de eeuw met de zogenaamde lagentechniek waarbij steeds hele dunne laagjes verf op het doek werden aangebracht. De introductie van verf uit tubes betekende een grote verandering. Tubeverf is veel dikker dan de klassieke olieverf. Het heeft nog een praktisch voordeel: tubeverf kan bewaard worden. Dit verhoogde de mogelijkheden van schilders om in de buitenlucht te werken. Van Gogh zou hier dankbaar gebruik van maken.
Nat-op-nat techniek
Aan het begin van zijn carrière schilderde Van Gogh nog met waterverf. Met de overstap naar olieverf zou zijn manier van schilderen al snel veranderen. Een belangrijke invloed voor Van Gogh en een aantal van zijn tijdgenoten was de Japanse kunst en met name kaligrafie. De dikke olieverf leende zich voor een techniek waabij strepen op het doek werden aangebracht. De geduldige manier van schilderen maakte plaats voor een snellere en expressievere techniek. Hierbij werden nieuwe lagen verf op eerdere lagen aangebracht die nog niet gedroogd waren. Van Gogh kon op deze manier schilderijen vaak in een dag afmaken. Schilderen met de nat-op-nat techniek kan verschillend uitpakken. Kleuren vermengen soms op een manier die de schilder niet voorziet. Aan de andere kant kan een avontuurlijke schilder als Van Gogh juist verrassende kleurovergangen maken.
Pointillisme
In de tijd van Van Gogh ontwikkelden schilders als Signac en Seurat het pointillisme. Deze techniek houdt in dat men stippen verf aanbrengt die van dichtbij niets lijken voor te stellen maar op een afstand kleuren vermengen en patronen vormen. Van Gogh zou deze techniek op eigen manier uitwerken door zijn karakteristieke strepen van dik aangebrachte verf. Dit geeft schilderijen als Zelfportret met vilthoed een unieke dynamiek.
Echt of vervalsing
Van Gogh schilderijen zijn tegenwoordig veel geld waard. Vanwege de levendige correspondentie waarin Van Gogh vaak over zijn werken schreef, zijn de meeste schilderijen bekend. Toch duiken soms nieuwe schilderijen op die nauwkeurig bestudeerd worden, want niemand wil een vervalsing aanschaffen. Het authenticeren van een Van Gogh kan een slepende zaak zijn zoals bijvoorbeeld Tuin in Auvres heeft bewezen. Hierbij moest een Franse rechter uiteindelijk besluiten dat het schilderij echt is. Van Gogh signeerde niet al zijn schilderijen en gebruikte zelfs verschillende handtekeningen. Vanzelfsprekend is een analyse van de schildertechniek en de verf de basis. De technologie om een authentieke Van Gogh vast te stellen verbetert door de jaren heen, zodat men zelfs kan zien welke schets zich onder de uiteindelijke verflaag bevindt.